Aangifte
Na de bevalling ontvangen de ouders een attest van de dokter, om de geboorte binnen de 15 dagen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de geboorteplaats aan te geven.
Dit kan door het voorleggen van uw identiteitskaart, het medisch geboorteattest van het kind en uw trouwboekje.
Wie aangifte van de geboorte doet ontvangt uittreksels van de geboorteakte: één voor het kinderbijslagfonds, één voor eventuele instanties die een geboortepremie toekennen en één voor de ambassade of het consulaat van het land van herkomst als de vader of moeder geen Belgische nationaliteit heeft.
Ook bij een miskraam na 180 dagen of bij doodgeboorte geldt de aangifteplicht.
Kraamgeld
Dit kan vanaf de zesde maand zwangerschap worden aangevraagd en vanaf de zevende maand worden uitbetaald door de kas voor kinderbijslagen waar de werkgever van de vader of de moeder indien haar echtgenoot zelfstandige is, bij aangesloten is of bij de weddedienst indien de vader staatsambtenaar is. Bij geboorten van twee- of meerlingen wordt zoveel maal dezelfde toelage uitgekeerd als er geboorten zijn. Wanneer het kindje doodgeboren is of na een miskraam van ten minste 180 dagen wordt het kraamgeld eveneens uitbetaald. De aanvraag kan geschieden bij het kinderbijslagfonds met een medisch attest dat de vermoedelijke geboortedatum vermeldt.
Ook bij de adoptie van een kind kan men kraamgeld krijgen
als er aan bepaalde voorwaarden voldaan is.