In de Eerste Wereldoorlog werd voor het eerst op grote
schaal gebruik gemaakt van chemische wapens. Aanvankelijk gebruikte men Chloorgas.
Het werd door de Duitse troepen vanaf 1915 ingezet in de loopgravenoorlog
rondom Ieper. Het gas is zwaarder dan lucht, vult de loopgraven en vernietigt
de longen. Chloorgas tast de slijmvliezen aan en dus ook de luchtwegen en de
longen. Bij ernstige aantasting ervan treedt verstikking op door het opzwellen
van de slijmvliezen. De opvolger van chloorgas was mosterdgas.
Mosterdgas werd gebruikt vanaf juli 1917. Mosterdgas
is een vloeistof die als zij op de huid of in de ogen komt of wanneer de damp
of nevel wordt ingeademd sterk prikkelend werkt. De huid wordt rood en bij
voldoende blootstelling vormen zich na verloop van tijd blaren. Ook op de
longen en de ogen heeft het een verwoestend effect. Het kan bij hogere doses
blindheid en doofheid veroorzaken.
Bij kamertemperatuur is mosterdgas een kleurloze, olieachtige vloeistof
met een geur van mosterd of knoflook, maar deze geur is niet krachtig.
Het was vooral gevreesd omdat het relatief gemakkelijk door de beschermende
kleding van die dagen heendrong. Een andere naam voor mosterdgas is yperiet,
genoemd naar de Vlaamse stad Ieper waar het gas tijdens WO I talloze slachtoffers
maakte. Van mosterdgas
afgeleide verbindingen worden heden ten dage nog wel gebruikt als chemotherapeutica
tegen kanker, met name leukemie. Volgens Fhilip Vannieuwenhuyze,
auteur van het boek 'In den anderen oorloge', werd tijdens de beschietingen
van Hulste gedurende de laatste dagen van de oorlog het krijgsgas 'Fosgeen'
gebruikt.
Fosgeen werkt sterk prikkelend op de longen bij inademing, ook in lage concentraties.
Naast de aanvankelijke prikkeling treedt ook na een latente periode van enige
uren tot een dag vaak longoedeem op waardoor ernstige ademnood kan ontstaan.
Dit wordt veroorzaakt doordat fosgeen met vocht in de longen reageert tot
waterstofchloride (zoutzuurdamp), waardoor de longweefsels worden vernietigd.
Ook na maanden kunnen slachtoffers nog blijven hoesten en ook bloed ophoesten.
Een geringe concentratie in de inademingslucht kan op termijn al fataal zijn.
Fosgeen heeft ondanks zijn giftigheid een verraderlijk aangename geur. De
stof ruikt namelijk naar vers hooi.